Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want de verbolgenheid des HEEREN is [3]over [4]al de heidenen, en grimmigheid over al hun heir; [5]Hij heeft hen verbannen, Hij heeft ze ter slachting overgegeven. 3. Of, tegen, of op. 4. Te weten die het volk Gods vervolgen; gelijk daar zijn de Edomieten, Moabieten, Filistijnen, Syriers, Assyriers, Chaldeen en Babyloniers, onder wie ook verstaan worden alle vijanden der kerk Gods. 3. over al hun heir; Of, tegen, of op. 5. Dat is, Hij heeft besloten hen te verbannen, en alzo straks wederom. Zie Deut.2:34.